Wat is de Ecodesign for Sustainable Products Regulation?

De Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR) is een belangrijke stap in de richting van een duurzamere economie binnen de EU. Deze regelgeving is onderdeel van de bredere Europese Green Deal en heeft als doel de duurzaamheid van producten te verbeteren door eisen te stellen aan ontwerp, productie, gebruik en recycling. Maar wat houdt deze wetgeving precies in? Wat moeten bedrijven weten om compliant te zijn, en hoe heeft het ontwerpen van producten hiermee te maken? In deze blogpost leggen we het je uit.


Waar komt de ESPR vandaan?

De ESPR maakt deel uit van het bredere Circular Economy Action Plan (CEAP), een van de fundamenten van de EU Green Deal. Het CEAP richt zich op het bevorderen van circulaire economiepraktijken door de levenscyclus van producten te verlengen, hergebruik en recycling te stimuleren, en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen te verminderen.

De ESPR is ontworpen om de duurzaamheidsdoelen van de EU te ondersteunen en gaat verder dan de eerdere Ecodesign Directive, die alleen gericht was op energie-efficiëntie van producten. De ESPR legt nu ook nadruk op andere aspecten van duurzaamheid, zoals de levensduur van producten, reparatiegemak, en het gebruik van gerecyclede materialen.

Wat houdt het in?

De Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR) bevat regels die bedrijven verplichten om producten duurzamer te ontwerpen en te produceren. De belangrijkste eisen die bedrijven moeten vervullen, omvatten onder andere:

  • Langere levensduur: Producten moeten langer meegaan. Dit betekent dat ze robuuster moeten zijn en beter bestand tegen slijtage.

  • Repareerbaarheid: Producten moeten gemakkelijker te repareren zijn. Dit kan bijvoorbeeld door vervangbare onderdelen, duidelijkere reparatie-instructies, of de beschikbaarheid van reserveonderdelen.

  • Recycleerbaarheid: Producten moeten gemakkelijker gerecycled kunnen worden aan het einde van hun levensduur, bijvoorbeeld door het gebruik van gerecycleerde materialen of het makkelijker scheiden van verschillende materialen.

  • Digital Product Passport (DPP): Producenten moeten voor hun producten een DPP beschikbaar stellen, waarin gedetailleerde informatie over de samenstelling en herbruikbaarheid van het product wordt gedeeld. Dit moet bedrijven en consumenten helpen bij het nemen van verantwoorde beslissingen en de circulaire economie te bevorderen.

De reikwijdte van de ESPR

De ESPR geldt voor alle producten die op de EU-markt verkocht worden, ongeacht of ze binnen of buiten de EU zijn geproduceerd. Dit betekent dat bedrijven die producten importeren naar de EU, net zo goed aan de eisen van de ESPR moeten voldoen als Europese producenten.

De regelgeving is van toepassing op een breed scala aan producten, maar de specifieke regels voor productgroepen zullen geleidelijk worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Aanvankelijk zullen sectoren zoals textiel, elektronische apparatuur, staal, en ijzer onder de ESPR vallen, maar de wetgeving kan in de toekomst uitbreiden naar andere productcategorieën.

Wanneer wordt de ESPR van kracht?

De ESPR treedt op 18 juli 2024 in werking, maar de specifieke regels voor de productgroepen worden geleidelijk uitgewerkt. Lidstaten hebben 18 maanden de tijd om nationale wetgeving aan te passen zodat deze overeenkomt met de EU-regels. Dit betekent dat bedrijven zich nu al moeten voorbereiden op de implementatie van de nieuwe regels.

Waar moeten bedrijven op letten?

Als bedrijf moet je je bewust zijn van de eisen die de ESPR stelt aan het ontwerp en de productie van je producten. Hier zijn enkele belangrijke aandachtspunten:

  1. Verhoog de productduurzaamheid: Begin met het ontwerpen van producten die langer meegaan. Dit kan door robuustere materialen te gebruiken, of door producten te ontwerpen die gemakkelijker gerepareerd kunnen worden. Denk na over hoe je producten een langere levensduur kunnen hebben.

  2. Repareerbaarheid: Zorg ervoor dat je producten eenvoudig te repareren zijn. Dit kan betekenen dat je ervoor zorgt dat onderdelen gemakkelijk vervangbaar zijn of dat er duidelijke handleidingen voor reparatie beschikbaar zijn.

  3. Recycling: Ontwerp je producten zo dat ze aan het einde van hun levensduur gemakkelijk gerecycled kunnen worden. Gebruik gerecycleerde materialen en zorg ervoor dat je product gemakkelijk uit elkaar kan worden gehaald voor recycling.

  4. Voorbereiden op de Digital Product Passport (DPP): Zorg ervoor dat je in de toekomst een DPP kunt verstrekken voor je producten. Dit vereist dat je gedetailleerde informatie hebt over de samenstelling van je producten, hun herkomst, en hoe ze kunnen worden gerecycled of hergebruikt.

  5. Productgroepen in de gaten houden: De ESPR zal geleidelijk worden toegepast op verschillende productgroepen. Het is belangrijk om op de hoogte te blijven van welke producten in de toekomst onder de ESPR-regels vallen, zodat je tijdig kunt anticiperen.


Ben je als bedrijf klaar voor de ESPR? Heb je hulp nodig bij het implementeren van duurzame productontwerpen of het voldoen aan de regelgeving?

Vorige
Vorige

Hoe helpt EPD bij CSRD?

Volgende
Volgende

Wat is CEAP en NPCE?